Kamperen bij de boer, wat mag je daar eigenlijk van verwachten?
Een camping op het platteland met uitgestrekte weidevelden? De ultieme stilte of gewekt door tractorgeluiden en de geur van koeienstront?
Het zou allemaal zomaar kunnen.
Over het algemeen is de boerencamping een wat kleinschaligere camping, niet zelden op de gronden van een voormalig boerenbedrijf en gerund door zeer gemoedelijke mensen.
Zo ook hier in Lunteren.
De ontvangst is warm en hartelijk en de administratieve zaken worden keurig aan de eettafel in de woonkamer afgehandeld.
De (voormalige) boer fietst ons voor, naar de plek waar we de komende dagen onze tijd zullen verdrijven. De groene velden, de grazende paarden in de wei en de serene rust, het is er allemaal.
O”, zegt de boer, ” je hebt óók zo’n mover”. Ik bevestig zijn vraag met gepaste trots, en mompel zoiets als dat je tegenwoordig bijna niet meer zonder kan.
De boer knikt begripvol.
“Je hebt zeker ook een accuboor bij je” vervolgt hij zelfverzekerd. Gelukkig, dat kan ik eerlijk ontkennen. Onderweg waren we er namelijk achter gekomen dat de accuboor, voor het uitdraaien van de caravanpoten, nog thuis stond. Vergeten.
Hij werpt een meewarige blik naar de auto en zegt: “een mover, een accuboor, dan heb je waarschijnlijk ook fietsen bij je, want je zal nog wel wat moeten bewegen dit weekend!”
Ik lach beleefd, maar zwijg over die kickbikes achterin de kofferbak.
Kamperen bij de boer heeft zo zijn charme.
Die scherpzinnige boeren logica, die krijg je er gratis bij.
Geef een reactie