Hoewel ik al weer tien jaar aan de verkeerde kant van de Moerdijkbrug woon, voel ik me nog altijd Brabander in hart en nieren. Toch komt het dialect, dat in “Holland” inmiddels gereduceerd is tot slechts een zachte tongval, direct weer naar boven zodra we als Brabo’s onder elkaar zijn.
Het deed me dan ook goed om deze week te lezen dat niemand minder dan Gerard van Maasakkers, de Annie M.G. Schmidt prijs had ontvangen voor het prachtige lied “Zomaar onverwacht”.
Gerard zingt de mooist denkbare teksten in onvervalst Brabants. In zijn liedjes komen alle onderwerpen uit het dagelijks leven aan bod. Het verval van de kerk, de tekenen van het ouder worden, mooie herinneringen aan vroeger en zelfs zaken als homoseksualiteit en het einde van het leven.
Artiesten als Paul de Leeuw, Claudia de Breij, Guus Meeuwis en Jack Poels steken hun waardering voor van Maasakkers niet onder stoelen of banken. Dat blijkt wel uit hun medewerking aan het prachtige album “Anders”.
Maar in het Bredase Chassé theater hoorde ik onlangs het allermooiste wat ik ooit van Gerard van Maasakkers heb mogen horen. Velen met mij waren daar getuigen van en zullen dat moment niet snel vergeten. Zij hoorden het zelfde als ik, namelijk: niets.
Van Maasakkers vertelde een volle zaal over Willem-Jan. Met zorgvuldig gekozen woorden, bij subtiele klanken, de dood en ranonkels in de lente.
Brabo’s onder elkaar, brok in de keel.
Brabo’s onder elkaar, de ogen vochtig.
Brabo’s onder elkaar, heel lang stil.
Linda says
Was zeker een mooi nummer.