Ik denk aan de schoonmaakster, die hier dagelijks staat te boenen.
Ik denk aan de pot die zij schrobt, en er uitziet als om te zoenen.
Ik denk aan de luchtjes, vaak echt niet om te harden.
Ik denk aan het laatste velletje, soms helemaal aan flarden.
En soms denk ik te veel, en plas ik spontaan over m’n schoenen.
Karin says
Ik denk aan degene, die het laatste velletje altijd laat hangen, zodat hij de rol niet hoeft te vervangen…
Ik denk aan degene, waarvan de lucht soms dagen blijft hangen…
Ik denk aan degene, die de remsporen in de pot niet uitwist…
Ik denk aan degene, die soms naast de pot pist…
Gelukkig zijn er in huis meerdere uitgangen…