Sinds 1 januari 2004 heeft iedereen recht op een rookvrije werkplek. Met uitzondering van de cafés heeft men daar nergens nog noemenswaardig problemen mee.
Bij de kleinere bedrijven zie je de kudde nicotine junks regelmatig voor de deur staan. Hoe diep moet je zinken om je niet te negeren afhankelijkheid van dit zenuwgif op deze wijze ten toon te willen spreiden.
Het overgrote deel van de bedrijven heeft echter rookruimtes ingericht. Een kamertje, al dan niet voorzien van een extra afzuiginstallatie, waar de ‘gebruiker’ in alle rust zijn periodieke dosis tot zich kan nemen zonder anderen tot overlast te zijn.
Als ik een voorzichtige schatting maak van de tijd die een roker nodig heeft om van zijn werkplek naar de rookkamer te gaan, een sigaret te consumeren, zijn weg naar de werkplek terug te vinden en het werk weer te hervatten, kom ik uit op ongeveer twaalf minuten. Als de gemiddelde roker één sigaret per uur rookt, acht uur per dag werkt en een vijfdaagse werkweek heeft levert dat het volgende rekensommetje op:
tijd/sigaret x aantal sigaretten/dag x aantal werkdagen/week = 12 x 8 x 5 = 480 minuten
De gemiddelde roker is tijdens zijn werk 480 minuten per week bezig met roken.
480 minuten staat voor 8 uur per week. Bij de gemiddelde roker gaat één volle werkdag per week dus in rook op. Op kosten van de werkgever.
Baas, kunt u mij uitleggen waarom ík wél salaris moet inleveren als ik vier dagen per week wil gaan werken?
Geef een reactie