We zijn weer thuis. De dakdoos is teruggebracht bij zijn eigenaar, de allesdragers liggen weer in de schuur en de skipakken op zolder. Met andere woorden; dat was de wintersport, niets staat een stralend campingseizoen nog in de weg.
Vrienden verzekerden me vorig jaar oktober al dat het tijd werd voor een dagje uit. Wie voor het eerst gaat kamperen heeft namelijk nog wel wat aan te schaffen. En zo vertrokken we met vier personen naar de metropool van het oosten: Winterswijk.
Twee uur later, en honderdzeventig kilometer verder, kijk je je ogen uit in een complex dat een compromis lijkt tussen de hemel op aarde en het walhalla voor de kampeerliefhebber.
Een paar klapstoeltjes, een tafeltje om buiten aan te kunnen eten, visstoeltjes die zowel als bijzettafeltje dienst kunnen doen maar waarop ook de benen kunnen worden gestrekt. Wijn glazen (héél belangrijk), koffiekopjes, pannen, borden, bestek, afwasbak met hengsels, handdoeken, theedoeken, gieter. Een compacte barbecue, een koffiezettert, een droogrek en zelfs een reis fohn (neehee, niet voor mezelf). Het was inderdaad een slimme keuze om met twee auto’s te gaan.
Pakjesavond gaat dit jaar vroeg vallen in huize Heimans. Als de mannen uit Meerkerk de afspraken na kunnen komen, en ik heb geen enkele reden om daar aan te twijfelen, kan dat wel eens in Maart worden.
Want die caravan moet nu toch écht komen.
Langer wachten is geen optie meer.
Het wordt me echt teveel nu.
Ik wil nu eindelijk eens van die troep op de achterkamer af.
Geef een reactie