De vrijwilliger. Volgens “van Dale” iemand die vrijwilligerswerk doet. En “vrijwilligerswerk” is onbetaald, vrijwillig werk. En “vrijwillig” wordt verklaart als uit vrije beweging, niet gedwongen.
Tegenwoordig worden er steeds meer taken uitgevoerd door vrijwilligers. De trainer van de voetbalclub van uw zoontje, de overblijfmoeder op school; niet-gedwongen en uit eigen beweging staan ze er. Maar als die mensen eens uit eigen beweging zouden wegblijven?
Er is vrijwilligersinzet bij ouderen: de tafeltje-dek-je in de wijk, of begeleiding bij een bezoek aan de specialist. En bij ordehandhaving (de stewards in het stadion), het semi openbaar bestuur (de wijkraad, de monumentencommissie) en het onderwijs (de voorleesmoeder en de computervader). Allemaal vrijwilligers.
Eén op de vier Nederlanders is vrijwilliger. Maar waarom? Vraag het ze en men antwoord: “het is zo leuk”. Maar wát is er zo leuk dat die mensen dat doen voor niks, nakkes, nada?
Die “van Dale” kan me wat. Uit eigen beweging en ongedwongen? Lulkoek! En “vrijwillig” is al lang niet meer “vrijblijvend”. Ook hoor je vaak dat men er zoveel voor terug krijgt: voldoening, dankbaarheid, waardering. Voldoening betekend; het voldaan zijn, tevredenheid. Dankbaarheid betekend voldoening gevend. En waardering betekend het op prijsstellen, het gewaardeerd worden.
Je mag dus concluderen dat één op de vier Nederlanders dat werk ontzettend leuk vindt terwijl ie daar iets voor terug krijgt waar ie niet zijn brood mee kan beleggen, geen hypotheek kan betalen en niet mee kan pronken bij de buren. Dat “iets” moet dus wel waardevol en kostbaar zijn.
Dankbaarheid, een schouderklopje, iemand waarderen; het kost niets. Toch resulteert het in werknemers die met plezier naar hun werk gaan. Maar tevreden werknemers functioneren toch beter, en veroorzaken toch minder ziekteverzuim? Een bedrijf met dergelijke werknemers zal dus prima resultaten boeken.
Leert men dat ook op Nyenrode? Doceert men dit aankomende CEO’s aan de Rotterdam School of Management? Geen idee. Ik ben geen manager, ik schrijf vrijwillig columns. Wees me maar dankbaar, het zal me een hoop voldoening en tevredenheid geven.