Wim Sonneveld zingt op m’n iPad over het tuinpad van zijn vader. Ik weet net dat ik ga schrijven voor BredaVandaag.nl en onwillekeurig moet ik terug denken aan het tuinpad van mijn vader.
Dat tuinpad lag aan de achterkant van Baronielaan 244 waar mijn ouders een bloemenwinkel hadden. In 1982 verhuisde ik naar de nieuwbouw wijk Haagse Beemden en kort daarna verdween ook de bloemenwinkel uit de laan.
Ik was Breda niet uit te krijgen en Brabant verlaten was al helemaal ondenkbaar. Toch woon ik nu aan de andere kant van het Hollands Diep en kom ik veel te weinig in Breda. Ooit keer ik terug naar Breda, zo dacht ik, maar steeds vaker ontdek ik dat Breda mijn Breda niet meer is. Mijn leven ging door, en ook Breda leefde verder.
Mijn Breda was het Breda van de Kwatta en de Etna. Het Breda van “Moeke Mols”, “het Stoombotje” en de “Gasjusvelden”. In mijn Breda stond het Laurentius ziekenhuis aan de Ulvenhoutselaan en “het Ignatius”aan de singel, tegenover “de koepel”.
De krant heette nog gewoon “De Stem” en werd gedrukt in de Reigerstraat. Ik bezocht de “speelinstuif” in Concordia en later in ’t Turfschip. Ik heb zelfs nog gezwommen in “Prinsen Plassen”.
Ik word een ouwe zak geloof ik. “Het maakt me wat melancholiek” zingt Sonneveld in m’n oordopjes. Ik moet weer eens gaan kijken, daar aan de Baronielaan, op nummer 244.
“Ik was een kind, hoe kon ik weten. Dat dat voorgoed voorbij zou gaan . . .”