Vooraf schrijven over een songfestival liedje is als Russische roulette. Of je hebt een vooruitziende blik en slaat de spijker op z’n kop. Of je gaat voor gaas en slaat de plank volledige mis. Ik neem het risico.
Wat is dat toch? Dat je als artiest zo graag wil deelnemen aan het Eurovisie songfestival, dat je er al je principes voor overboord gooit? Je hebt een mooie carrière, wordt gezien als één van de beste zangeressen van ons land en hebt gewerkt met iconen als Herbie Hancock en Burt Bacharach. Je bent zelfs onmisbaar als het gaat om het begeleiden en coachen van nieuw talent. En nou laat je jezelf sturen naar een evenement dat bol staat van wanstaltige liedjes en nationalistische vriendjespolitiek. Waarom?
Nederland zit in the winning mood. Hoe mooi zou het zijn als we die positieve flow konden vasthouden? Anouk bleef zich zelf, en kwam met een verpletterende song in de spotlights. The Common Linnets? Het lied was al “opvallend”, de artiesten niet minder en de regie zorgde tijdens de uitzending voor de finishing touch. Maar, dan nu, The Netherlands with “Traincha”.
Hoe diep kan je zinken Trijn? Waarom nou een liedje waar zelfs Sieneke nog haar neus voor zou ophalen? Waarom nou terugvallen op een Maywood-achtig “Why, why-aiaiai, why-aiaiai” in plaats van de lijn doorzetten van verrassend opvallende muzikale meesterwerken? De lijn die Nederland na lange tijd uit dat diepe dal trok?
Wat mij betreft staat deze Trijn écht op het verkeerde spoor.