Deze week, ruim vijftig jaar geleden, is mijn moeder bevallen van een zoon. Die zoon, dat ben ik. Dit heuglijke feit wordt jaarlijks herdacht op mijn, zoals de Duitsers het zo treffend noemen, Geburtstag.
Wij Nederlanders kijken daar negatiever tegenaan. Wij vieren niet de geboorte, maar wij huldigen het verval. Het verouderingsproces. Wij herdenken de ouderdom: de verjaardag.
Hoe gaat dat eigenlijk bij u? Kijkt u uit naar uw verjaardag of ziet u er als een berg tegenop? Of zal het u werkelijk een rotzorg zijn en laat u het jubileum des vervals liever stilletjes aan u voorbij gaan? Bij mij is iedereen welkom: een hapje, een drankje, gezellig.
Wat ik wel een gedoe vind, is het fenomeen “cadeautje”. Ik heb alles wat ik nodig heb. De dingen die ik wíl hebben komen er toch wel, en het laatste wat ik wil, is anderen op kosten jagen voor frutsels die uiteindelijk in de kast belanden.
Maar de vraag komt onherroepelijk: “Waar kunnen we je een plezier mee doen?”
Het antwoord is net zo saai als voorspelbaar: “Geen idee. Laat maar joh”. Na enig aandringen komt de enveloppe of de cadeaubon ter sprake maar dát vindt men weer niet leuk om te geven.
Van mij hoeft het allemaal niet zo ingewikkeld. Doe geen moeite. Hou de centjes lekker in de zak. Mijn wens is “alle kinderen met aanhang, op één dag bij elkaar”.
Maar laat dát nou net het cadeau zijn, wat dit jaar helaas was uitverkocht.