Zoals gezegd, deze Tour de France moest definitief uitwijzen wat de klimcapaciteiten waren van mijn trekauto, een Hyundai ix20 1.4 ltr. met benzine motor en een Adria Altea 432 px.
In het voorseizoen was ik op elke camping al aangesproken over de twijfel over deze combinatie. Maar omdat we een andere auto hadden gekocht en ruim daarna pas het idee kregen om toe te treden tot het kampeerdersgilde moesten we het er maar mee doen. Of, kiezen voor een caravan waar we de komende 15 jaar niet happy mee zouden zijn.
Het ging best redelijk. Dat bergop een gat dichtrijden naar een Audi Q5 2.0 TDI Quatro zou resulteren in een “chasse patate” stond buiten kijf. Maar konden we een bergje van tweede categorie trotseren? Het zou snel duidelijk worden.
In de buurt van Le Havre zagen we in de verte iets opdoemen wat het midden hield tussen een kermisattractie en een kunstwerk: de pont Normandie.
Terwijl ik me in al mijn naïviteit afvroeg wat daar in hemelsnaam overheen zou moeten, had ik binnen enkele ogenblikken het antwoord al: wij!!!!
De wetenschap dat er een caravan aan de trekhaak hing en dat er geen weg meer terug was maakte het gevoel er niet beter op. In de tweede versnelling, met 50 km/uur de pont Normandie op is geen feestje. Ongeacht het uitzicht, dit kan ik niemand aanraden.
We hebben de finish bereikt.
Duidelijkheid over de klimcapaciteiten van onze combinatie hadden we nu ook.
Voorlopig eerst maar eens wat rustdagen.
Geef een reactie