Als een ober vraagt om af te rekenen is dat prima. Als Willem Holleeder het me vraagt word ik voorzichtig. Iets soortgelijks heb ik ook met jagers die “beheren”.
Ooit grensde mijn achtertuin aan de landgoederenzone van de Haagse Beemden. Een paar keer per jaar liep daar iemand met een geweer door de velden. Hij schoot wat hazen en fazanten en beheerde zo de wildstand.
In de wildrijke gebieden van Nederland gaat het er vaak anders aan toe. Jachtpartijen waarbij geknald wordt op alles wat beweegt zijn heel normaal. Deze ongelijke strijd tussen mens en dier, eindigt aan tafel met sterke verhalen en een flinke slok. Het vereist veel fantasie om hier faunabeheer in te herkennen. Een vorm van beheer waar volop weerstand tegen bestaat.
Onlangs hebben zeven natuur- en agrarische organisaties een akkoord gesloten om het aantal ganzen in Nederland drastische terug te dringen. Men wil het aantal van 280.000 ganzen, in vijf jaar terugbrengen naar 100.000. Dus, werk aan de winkel voor de jagers.
Maar het zijn juist die jagers die het laten afweten. Ze vrezen voor hun imago! Maar wat heeft men te vrezen dan? Kan dat imago nog slechter worden dan het al is?
Een rondje langs vijftien poeliers leert me dat slechts bij één poelier, gans op de prijslijst staat: “Weinig vraag naar”. Ganzenlever komt van speciaal gemeste ganzen. Voor “gebraden gans” heeft men het liefst jonge ganzen.
Het maakt veel duidelijk.
Bij de jager van vandaag, gaat beheren door de maag
Guido t'Sas says
Eén ding is zeker: ze krijgen dat ‘bestand’ zonder jagers nooit of te nimmer omlaag. En je zult maar boer zijn en moeten vaststellen dat je veld met winterwortelen is veranderd in een akker, bedekt met een laag oranje ganzenstront. Dit is geen grap, of eigenlijk wel: van de ganzen.